U bent hier
Dossier Donorkinderen
Belgié is de anonimiteit van spermadonoren nog altijd gewaarborgd. Maar de roep van donorkinderen om die op te heffen klinkt almaar luider. Er is een wetsvoorstel in de maak, en dit jaar komt er een grote databank voor donorgegevens in Europa. 'Weten waar je vandaan komt is een mensenrecht'.
Het volledige artikel uit Humo kan via deze link gelezen worden, hieronder vind je alvast een uittreksel i.v.m. het huidige beleid en het wetsvoorstel van Elke.
OPEN DONATIE
Ivo Belet, christendemo- cratisch Europarlementslid, heeft naar aanleiding van het Deense schandaal verscheidene vragen gesteld aan de Europese Commissie.
Ivo Belet "De Europese wetgeving is niet waterdicht. Een Deense donor mocht tot voor kort vijfentwintig vrouwen bevruchten. Hoeveel kinderen hebben we in het geval van donor 7.042 al geteld? 99, hoor ik." In België mag je maximaal zes vrouwen met hetzelfde sperma laten insemineren. Hoeveel Belgische vrouwen zijn zwanger geworden met het zaad van donor 7.042? Zestien, samen hebben ze twintig kinderen ter wereld gebracht, waarvan er drie het defecte gen hebben meegekregen. Het rapid alert-systeem moet, als er iets fout gaat, onmiddellijk alle andere Europese spermabanken op de hoogte te brengen: dat alarm is veel te laat afgegaan. Enfin, het incident met Nordic Cryobank heeft aangetoond dat het systeem niet werkt.»
Maar er is beterschap op komst, zegt Belet, in de vorm van een centrale databank voor Europese donorgegevens. Belet: "Databank is een groot woord. Het is veeleer een netwerk van achtentwintig nationale registers die aan elkaar worden gekoppeld, waarop het rapid alert-systeem wordt geënt. In principe zou het in de loop van dit jaar in gebruik moeten zijn."
Nationaal register? In België bestaat zo’n register nog altijd niet, ook al werd het in de wet van 2007 in het vooruitzicht gesteld. De Belgische ziekenhuizen spelen nog altijd soloslim: ze beheren elk hun informatie.
N-VA-senator Elke Sleurs: "Minister Laurette Onkelinx heeft gezegd dat het centrale register er ‘tegen het einde van 2012’ zou komen. Daarna zei ze: ‘Tegen het einde van 2013.’ Maar het is er nog altijd niet."
Raeymaekers: "In België mag een donor maximaal zes vrouwen zwanger maken met zijn zaad, maar je kunt de wet niet laten naleven. Want hoe weet je dat een donor niet van kliniek naar kliniek gaat, en zich telkens als nieuwe donor laat registreren? Er is geen centraal register, er is geen controle."
Herman Tournaye, het hoofd van het Centrum voor Reproductieve Geneeskunde van het UZ Brussel zegt dat de sector vragende partij is voor zo’n register: ‘Hoe sneller, hoe liever – maar we weten ook dat het niet simpel is.’
Het kabinet van minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx is karig met commentaar. Nee, het centrale register is er nog niet. Maar het zal er komen. Nog voor het einde van de legislatuur? ‘Nee, dat niet.’ Belet «België heeft geen keuze: het register moet er komen van Europa.»
Elke Sleurs, zelf gynaecologe, bereidt een wetsvoorstel voor dat een einde moet maken aan de anonieme sta tus van de donor in België. Ze pleit voor de onmiddellijke oprichting van een Bewaar- en Beheerinstituut, dat meer zou zijn dan een nationale databank met de gegevens van donoren. Donorkinderen zouden er, begeleid door professionals, vanaf jonge leeftijd informatie kunnen opvragen over hun afkomst. "Op hun twaalfde zouden ze over de niet-identificeerbare gegevens van de donor kunnen beschikken, op hun zestiende over de identificeerbare. Als ze – om dringende redenen – al vóór hun twaalfde gegevens willen opvragen, kan dat ook: via hun ouders." Volgens het voorstel van Sleurs zouden donorkinderen dus geleidelijk meer te weten kunnen komen over hun afkomst.
Elke Sleurs: "Niet alle donorkinderen zijn daarop gebrand, maar ze hebben wel allemaal recht op de juiste informatie. Ga maar eens na hoe vaak een mens zegt: ‘Het zit in de familie.’ Je familie is een ijkpunt in je leven. Maar blijkbaar zijn we daar altijd blind voor gebleven, omdat de kinderwens centraal staat in onze samenleving. Je kunt een koppel het recht op een kind niet ontzeggen, vinden we. En daarom negeren we de rechten van het kind.»
Herman Tournaye "Open donatie is een eis van een minderheid van de donorkinderen. Voor mij is de cruciale vraag: hoe zijn die kinderen te weten gekomen dat ze van een donor afstammen? Donorkinderen die het op een ongepaste manier vernemen, door scheidingsperikelen bijvoorbeeld, hebben er meestal moeite mee. De anderen worstelen er minder mee. Het beste voorbeeld zijn de kinderen van lesbische paren, van wie de ouders het niet verborgen kunnen houden. Wel, die donorkinderen willen meestal niet weten wie hun biologische vader is – wel wat voor iemand het is."
Sleurs opteert voor een geleidelijke opheffing van de anonieme status van de donor: in een overgangsfase zal de donor eerst nog kunnen kiezen of hij open of anoniem doneert, pas later moeten alle donaties open. "Anders zullen we geen veranderingen kunnen doorvoeren, vrees ik."
uit Humo 18 februari 2014