Staatssecretaris Sleurs trekt 11,2 miljoen extra uit voor wetenschappelijke instellingen

“Het federale wetenschapsbeleid is zeker niet een verhaal van louter besparingen, maar ook van toekomstgerichte inspanningen”, stelt Elke Sleurs, staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid. Om de grote achterstand in investeringen in te halen, trekt zij dit jaar nog 11,2 miljoen euro extra uit voor de tien Federale Wetenschappelijke Instellingen (FWI) van ons land en voor CEGESOMA, het federale Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij.

Bovenop hun dotatie voor dit jaar ontvangen die instellingen zo dertig procent bijkomende middelen. Sleurs benadrukt wel dat die losstaan van de investeringen in hun architecturaal patrimonium. Die vallen onder de bevoegdheid van de Regie der Gebouwen.

Economische meerwaarde

Sleurs verwacht dat de extra middelen de werkomstandigheden en dus de werktevredenheid en het enthousiasme van de onderzoekers positief zullen beïnvloeden. “Voor de instellingen zelf zullen ze bovendien een imagoversterkend effect hebben. Want die investeringen zijn niet enkel bestemd voor wetenschappelijk onderzoek, ze moeten ook de publieksfunctie van met name de Federale Musea ondersteunen en versterken.” Bij het grote publiek hebben de Federale Wetenschappelijke Instellingen hun bekendheid zelfs vooral te danken aan die musea, die als een vitrine van de achterliggende wetenschappelijke onderzoeksinstellingen fungeren.

“De bijkomende investeringen moeten de aantrekkelijkheid van onze wetenschappelijke instellingen verhogen, wat tot hogere bezoekerscijfers zal leiden en dus tot een toename van het aantal toeristen”, verklaart Sleurs. Daarbij denkt ze ook en vooral aan buitenlandse toeristen. “Die bezoeken niet alleen musea, maar boeken ook overnachtingen en doen tijdens hun verblijf nog andere uitgaven in de horeca en de toeristische industrie. Investeringen in onze Federale Wetenschappelijke Instellingen genereren met andere woorden een aanzienlijke economische meerwaarde.”

Samenwerking bevorderen

De investeringsprioriteiten werden geformuleerd door de algemeen directeurs van de verschillende instellingen, in een rangorde van belangrijkheid en dringendheid die de staatssecretaris grotendeels heeft gevolgd. Sleurs beveelt de betrokken instellingen wel aan om de aanbestedingen gezamenlijk te doen, op basis van gemeenschappelijke prioriteiten. “Niet alleen om kosten te besparen,” verduidelijkt zij, “maar ook om zoveel mogelijk te komen tot een uniforme infrastructuur.” Uiteraard is het ook mogelijk om specifieke investeringsnoden in te vullen, meer bepaald in ICT en wetenschappelijke apparatuur.

Een overzicht van de extra investeringen per instelling vind je hier.